direct naar inhoud van 5.3 Uitleg van de regeling
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.00BVBUITENGEBIED-0301

5.3 Uitleg van de regeling

De beheersverordening is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • beheer van de bestaande legale situatie (gebruik en bouwen);
  • (in principe) het behoud van de planologische ruimte zoals deze in de geldende plannen is opgenomen en de in de tussentijd verleende vrijstellingen/afwijkingen.

Zowel het behoud van de bestaande situatie als het behoud van de planologische ruimte vormen de onderlegger voor de beheersverordening. Daartoe is de regeling uit de geldende bestemmingsplannen in deze verordening overgenomen.

In de regeling is expliciet bepaald dat indien de bestaande legale situatie afwijkt van hetgeen op het kaartbeeld en/of in de regels is bepaald, de bestaande legale situatie alsnog is toegestaan.

Met de inwerkingtreding van de Wabo is een aantal termen die gebruikt werden in de voorgaande bestemmingsplannen niet meer actueel. In plaats van een aanlegvergunning, wordt nu gesproken over een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden' en in plaats van een vrijstelling, is er nu sprake van een afwijking. De inhoud en de bedoeling van de regels wijzigen echter niet, er is sprake van een nieuwe naam van de vergunningen. In deze verordening is aangegeven hoe deze vergunningen nu moeten worden gelezen.

Bestemmingsplan Landelijk gebied (1990)

Het bestemmingsplan Landelijke gebied (1990) is het basisplan dat binnen het verordeningsgebied vigeert. De regeling en bijbehorende kaarten zijn om die reden in artikel 2 sub a vastgelegd en opgenomen als bijlage bij de regels van de verordening.

Verder is via de Thematische herziening bestemmingsplannen (2006) het kamperen bij de boer uitgebreid en mogen de recreatiewoningen aan De Stripe te Wijnjewoude permanent worden bewoond.

Uitgesloten bepalingen

Wijzigingsbevoegdheden, uit te werken bestemmingen en nadere eisen uit het vigerende plan kunnen binnen een beheersverordening echter niet worden overgenomen. Voor wijzigingsbevoegdheden en nadere uitwerkingen geldt dat deze ontwikkelingen mogelijk maken die afwijken van ofwel de bestaande ruimtelijke structuur ofwel de bestaande functionele structuur. Om die reden stroken deze regelingen niet met het doel van een beheersverordening als instrument.

Verder zijn de in de bijlage(n) opgenomen regelingen met betrekking tot het overgangsrecht, de strafbepaling en de slotbepaling niet meer van toepassing binnen het regiem van de beheersverordening.

Al deze bepalingen zijn dan ook buiten toepassing van de beheersregeling gelaten (artikel 2 sub b).

Overige legale situaties

Situaties die niet voldoen aan de ter plaatse geldende regeling, maar wel legaal tot stand gekomen zijn, blijven eveneens toegestaan. Dit is bepaald in artikel 2 sub c. Het kan daarbij gaan om zowel bouw- als gebruiksmogelijkheden overeenkomstig een eerder doorlopen ruimtelijke procedure. Denk hier bijvoorbeeld aan verleende vergunningen op basis van artikel 19 van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening en meer recentere Wabo-procedures.

Archeologie

Een in samenspraak met Provinsje Fryslân in uitvoering zijnde verdiepingsslag dient uit te wijzen of er naast de AMK-terreinen meer gebieden in de gemeente zijn waarvoor een archeologische bescherming moet gelden (zie paragraaf 4.9). Omdat het hier om een gebied gaat waar ontwikkelingen beperkt zijn tot perceelsniveau, worden in deze beheersverordening alleen de bekende archeologisch waardevolle gebieden, die als archeologisch monument zijn aangewezen, voorzien van een specifieke beschermingsregeling. Deze regeling is erop gericht om de mogelijk aanwezige archeologische waarden te behouden door te eisen dat bij het realiseren van bouwwerken met een oppervlakte van meer dan 50 m² een waarderend archeologisch onderzoek wordt verricht. Met een dergelijk onderzoek dient de uitvoerbaarheid van een bouwvoornemen ten aanzien van het archeologische aspect aangetoond te worden.

Aardgasleidingen

In verband met de aan te houden bebouwingsvrije zone van 5 meter aan weerszijden van de aardgasbuisleidingen is voor de leidingen die geen beschermende regeling hebben in de bijlage, een regeling opgenomen in de voorliggende verordening middels een besluitvlak.