direct naar inhoud van 2.2 Bedrijf
Plan: Bakkeveen Kom
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.01BPKom-0101

2.2 Bedrijf

De bestemming "Bedrijf" maakt het gebruik van gronden voor de individueel aanwezige bedrijven in de kern van Bakkeveen en de daarbij horende bebouwing mogelijk.

2.2.1 Toelichting op de bestemming

Functionele mogelijkheden

Het uitgangspunt is individuele bedrijven in de kern mogelijk te maken. Individuele bedrijven met milieucategorieën 1 en 2 zijn in deze bestemming bij recht toegestaan. Door deze lage milieucategorie toe te staan, wordt (grote) milieuhinder voor de omgeving voorkomen. Hebben incidentele bedrijven een hogere milieucategorie, dan is dit specifiek aangeduid. Hierdoor zijn deze bedrijven alleen op de locatie toegestaan waarop zij zich nu bevinden. Ter plaatse van die aangeduide percelen mogen uiteraard ook bedrijven in lagere categorieën komen. Een voorwaarde is dat de mogelijk gemaakte bedrijvigheid in de bijgevoegde bedrijvenlijst opgenomen moet zijn.

Bij de bedrijven, waar al een bedrijfswoning is gebouwd, wordt deze bedrijfswoning specifiek aangeduid. Nieuwe bedrijfswoningen worden tegengegaan, zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt.

Enkele functies zijn specifiek uitgesloten. Voorbeelden daarvan zijn risicovolle bedrijven en detailhandel. Hierdoor ontstaat geen grotere gevaarzettende situatie en/of overlast voor de omgeving.

Andere, voor het bedrijf van belang zijnde voorzieningen wegen, erven en parkeervoorzieningen zijn ook mogelijk binnen de bestemming. Hierdoor is een maximale flexibiliteit in het gebruik van de gronden voor het bedrijf mogelijk.

Bouwmogelijkheden

Binnen de bestemming zijn de volgende gebouwen en bouwwerken toegestaan: bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Bedrijfsgebouwen moeten in het bouwvlak worden gebouwd. De bouwmogelijkheden voor de gebouwen zijn deels op de ruimtelijke verbeelding en deels in de regels bij de bestemming opgenomen. Het is op de verbeelding opgenomen, omdat voor de verschillende percelen geen eenduidige regeling in de regels opgenomen kan worden. Dit heeft te maken met de diversiteit van de bebouwing. Met de regels blijft het bestaande beeld in ieder geval gehandhaafd, maar is geringe uitbreiding ook mogelijk.

Voor de bouwmogelijkheden van bedrijfswoningen is gerefereerd aan de 'gewone' woningen in het plangebied. Bepaald is dat per bedrijf één bedrijfswoning is toegestaan binnen het met 'bedrijfswoning' aangeduide vlak. Door de woningen alleen in het aangeduide vlak mogelijk te maken, verandert de situatie voor omliggende bedrijven niet. Deze bedrijven worden dan niet beperkt in hun milieucontouren en daarbij horende bedrijfsactiviteiten. De bouwmogelijkheden van de woningen zijn uniform en geregeld in de regels. Daarvoor is aansluiting gezocht bij het bestaande beeld.

Voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen is een specifieke regeling opgenomen. Deze bouwwerken horen functioneel nadrukkelijk meer bij de bedrijfswoning dan bij het bedrijf. De functie van de bouwwerken komt ruimtelijk tot uiting in een kleinere schaal dan de bedrijfsgebouwen. Er is een onderscheid gemaakt tussen aangebouwde en vrijstaande bouwwerken, in verband met het ruimtelijk beeld bij de bedrijfswoning. In de regels is een algemene regeling voor dit type bouwwerken opgenomen, waarbij aansluiting is gezocht bij de mogelijkheden die bij 'gewone' woningen geldt.

Tot slot zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk. Daarbij gaat het bij deze bestemming om erf- en terreinafscheidingen en overige. De regeling voor erf- en terreinafscheidingen is afgestemd op de mogelijkheden die gelden voor vergunningvrij bouwen van het Besluit omgevingsrecht. Dit betekent dat ze achter de naar de weg gekeerde gevel 2,00 meter hoog mogen zijn. Op andere plaatsen is de hoogte maximaal 1,00 meter.

Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen maximaal 10,00 meter hoog worden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om vlaggenmasten en lichtmasten. Deze bouwwerken zijn dusdanig kleinschalig in omvang dat een dergelijke hoogte te verantwoorden is.

Flexibiliteitsbepalingen

Bij de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Hierbij gaat het om de mogelijkheden voor het - met een omgevingsvergunning - afwijken van de bouw- en gebruiksregels van de bestemming. Het gaat onder meer om afwijking voor het in geringe mate bouwen buiten het bouwvlak. Of voor het gebruik van bestaande bebouwing voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel. Aan de afwijkingsregels zijn voorwaarden gebonden, waaraan voldaan moet worden op het moment van aanvraag van een omgevingsvergunning voor afwijking.

2.2.2 Uitgangspunten van de regeling

Uitgangspunten huidige situatie

  • Bestaande individuele bedrijven zijn ondergebracht in deze bestemming, om ze te kunnen behouden.
  • Bestaande bedrijfswoningen worden door middel van een aanduiding mogelijk gemaakt. De locatie voor de bedrijfsbebouwing wordt hiermee vastgelegd.
  • Bij de bedrijven is bij recht geen nieuwe bedrijfswoning mogelijk, wanneer hiervoor geen specifieke regeling is getroffen.
  • Aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de bedrijfsgebouwen en -woningen.

Uitgangspunten beleid

  • Bij recht worden geen nieuwe bedrijven in de categorieën 3.1 en hoger en een kavelomvang van meer dan 2.500 m2 toegelaten.
  • Nieuwe individuele bedrijven worden niet mogelijk gemaakt binnen het plangebied.
  • Aanvragen om omgevingsvergunning voor bouwen binnen de bestemming moeten getoetst worden aan het welstandsbeleid.

Uitgangspunten omgevingsaspecten

  • De bedrijven hebben maximaal een categorie 2, om overlast voor de omgeving te voorkomen.
  • bedrijven met een hogere categorie worden specifiek aangeduid. Alleen die bedrijven zijn daar toegestaan.
2.2.3 Huidige situatie en beleid

Huidige situatie

In de dorpskern zijn, rond de Boskleane, enkele kleine bedrijven aanwezig. Ook hierbij zijn in de meeste gevallen bedrijfswoningen aanwezig. Deze bedrijven zijn vaak van oudsher op die locatie ontstaan en in de loop van de jaren doorgezet. Bij dit soort bedrijven werd vaak ook gewoond. De woningen bij de bedrijven zijn nu in gebruik als bedrijfswoningen.

De bebouwing van de bedrijven bestaat uit bedrijfsloodsen met daarbij een (vrijstaande) bedrijfswoning. De bedrijfsbebouwing heeft een bouwhoogte van maximaal 8 meter, in veel gevallen is deze zelfs lager. De bebouwingshoogte is nodig voor de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten. De (vrijstaande) bedrijfswoningen zijn aan de voorzijde van de bedrijfsgebouwen gesitueerd. Opslag van materieel en goederen vindt plaats rondom de bebouwing. De aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen.

Beleid

Op 15 juni 2011 hebben Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslânvastgesteld. De verordening stelt regels die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. De verordening voorziet niet in nieuw beleid. Uitsluitend geldend provinciaal ruimtelijk beleid is omgezet in algemeen geldende regels. Het ruimtelijk beleid is vooral beschreven in het Streekplan Fryslân 2007. Bakkeveen is aangewezen als 'overige kern'. Voor deze bestemming is van belang dat daarbij geldt dat in een ruimtelijk plan voor een overige kern niet zijn toegestaan:

  • een kantoor met een grotere vloeroppervlakte dan 600 m²;
  • een bedrijf in de milieucategorieën 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 5.1, 5.2, 5.3 of 6;
  • een bedrijf met een kavelomvang groter dan 2.500 m²;
  • een voorziening met een bovenlokaal, regionaal of bovenregionaal verzorgingsgebied.

Deze bestemming biedt een nieuwe regeling voor een bestaande situatie met betrekking tot bedrijven. In de regeling hiervoor is rekening gehouden met de provinciale verordening en het beleid.

In het Structuurplan Opsterland 2003 is algemeen toekomstbeleid voor de gemeente Opsterland opgenomen. Dit beleid is gebaseerd op het ten tijde geldende rijks- en provinciaal beleid. Het algemene beleid is per dorp verder uitgewerkt in een ontwikkelingsprofiel. Ook voor Bakkeveen is dit gedaan. Voor individuele bedrijven is in het Structuurplan geen specifiek beleid opgenomen.

In alle gevallen moet een aanvraag voor een omgevingsvergunning, waar het gaat om bouwen, voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in de Welstandsnota Opsterland . Voor deze gronden in het plangebied geldt het welstandsgebied "Bedrijventerreinen". De daarbij geldende gebiedscriteria zijn, waar nodig en mogelijk, voorzien van een passende regeling in dit bestemmingsplan.