direct naar inhoud van Artikel 6: Wonen - Woongebouw
Plan: Beetsterzwaag - Herinvulling Vlaslaan e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.02BPVlaslaan-0401

Artikel 6: Wonen - Woongebouw

6.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een woongebouw, al dan niet in combinatie met:
    • 1. zorgvoorzieningen;
    • 2. een activiteitencentrum in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • b. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. berging en stalling;
    • 2. onderhoud en beheer;
  • c. tuinen, erven en terreinen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. wegen en straten;
  • e. voet- en rijwielpaden;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. waterlopen en waterpartijen;
  • j. verhardingen;

met de daarbijbehorende:

  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2. Bouwregels
6.2.1. Woongebouwen

Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een woongebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een woongebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag de goothoogte over 30% van de totale gootlijn ten hoogste 1,00 m hoger zijn dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)"
  • d. de dakhelling van een woongebouw zal ten hoogste 60° bedragen.

6.2.2. Gebouwen ten behoeve van berging en stalling, onderhoud en beheer

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van berging en stalling, onderhoud en beheer gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal buiten het bouwvlak ten hoogste 200 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen.

6.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

6.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

6.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.2.1 sub a. in die zin dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
    • 1. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor gelden voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
  • b. het bepaalde in lid 6.2.1 sub c. in die zin dat de dakhelling van woongebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 80°.
6.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden voor een activiteitencentrum op de tweede bouwlaag en hoger.